Die reflexen zijn je basisbewegingen. Je hoeft als baby niet te bedenken hoe je je spieren gaat gebruiken, dat gaat in het begin automatisch. Je ogen volgen vanzelf een bewegend voorwerp, je knieën buigen op een gegeven moment vanzelf als je op je buik ligt, zodat je kunt gaan kruipen.
Waar die bewegingen in het begin dus automatisch (reflexmatig) gaan, krijg je in de loop van je ontwikkeling steeds meer controle. De beweging is zo vaak automatisch gegaan, dat je spieren goed aangesloten zijn en je steeds meer invloed kunt uitoefenen op je bewegingen. Een zenuw werkt sneller en beter als er een wit laagje myeline omheen zit en in de loop van de tijd, zit dat myelinelaagje om steeds meer zenuwen.
Balans houden, op 1 been staan, met je ene hand je fiets vasthouden en je andere hand uitsteken als je naar rechts gaat, met je vingers je pen vasthouden en met je pols sturen, het wordt steeds complexer en het gaat steeds soepeler.
Wat heb je nodig om dit goed te leren?
Tijd, Ruimte & Kansen
Tijd: geef kinderen de tijd om dingen te herhalen en te ontdekken. Doet een kind elke keer dezelfde beweging? Mooi! Laat ze het maar herhalen, dat is echt nodig.
Als leerkracht van groep 1-2 vond ik het wel eens genoeg. "zo, nou zijn er zoveel regenbogen getekend, maak nu maar eens een bloemetje erbij, dat kun je vast" Nu begrijp ik pas dat die regenbogen spontane bewegingen zijn die gewoon nog geautomatiseerd moeten worden. Die bloemetjes, poppetjes en namen komen nog wel eens.... neem je tijd!
Ruimte: letterlijk. Plek om te kruipen, te lopen, te huppelen, te rollen. Je groot te maken, klein te maken. Om ver weg te kijken, en dichtbij te focussen. Een kind leert zelf zitten, staan, lopen. Ondersteun het niet teveel, dan leert ie het zelf.
Kansen: Bied mogelijkheden om gevarieerd te bewegen. Kans om te klimmen, te vallen, vies te worden, te proeven, nat te worden, vast te zitten, los te komen etc.