De Veldtkeuken
Groente in de spotlight: Koolrabi
Koolrabi is een groente met prachtige, haast buitenaards aandoende gladde UFO-ovale tot bolronde knollen. In tegenstelling tot nauw verwante soorten als koolraap is het echter een stengelknol, die niet onder, maar vlak boven de grond groeit.
Meestal hebben de knollen een lichtgroene kleur, maar er worden soms ook extra decoratieve paarse of rode varianten geteeld. De smaak daarvan is vrijwel identiek aan die van de groene soorten, en het vruchtvlees aan de binnenkant is net zo fraai roomwit.
Je kunt het zowel rauw als gekookt eten. Rauw smaakt het als radijs, licht pittig, met een iets zoetige hint van selderij. De textuur is fris, eveneens radijsachtig, bijna als van een appel. Gekookt doet koolrabi eerder denken aan bloemkool, maar dan iets pittiger, met de structuur van de steel van bloemkool of broccoli. Ook dan heeft het overigens weer een iets zoetige noot, zoals van de verwante koolraap.
De knol van koolrabi is voor de plant een opslagorgaan. Nu betekent dat niet noodzakelijkerwijs dat de knol voor de mens ook nuttige voedingsstoffen bevat, maar in dit geval is dat toevallig wel zo. Enkel calorieën telt koolrabi nauwelijks, maar verder is het een goede bron van onder meer voedingsvezel, magnesium, calcium en vitamine C. Ook is het een uitstekende bron van kalium. Koolrabi is dus met recht erg gezond te noemen.
Koolrabi is eigenlijk zo klaargemaakt. Snijd eerst de bladeren en bladstelen weg. Haal ook een dun schijfje van de boven- en onderkant weg, al was het maar zodat de knol beter op je snijplank blijft liggen. Spoel daarna de knol goed af onder de kraan.
Vervolgens kun je de knol schillen. Dat is niet altijd nodig, maar omdat het moeilijk te zien is of je de schil kunt eten of dat-ie al wat ouder en taai is, kun je beter op veilig spelen.
Tip: de bladeren en stengels kun je ook eten, maar ze worden al snel wat uitgedroogd en vezelig taai, vooral de stengels. Gebruik daarom enkel de binnenste kleine blaadjes of verwerk ze in bijvoorbeeld soep.
Koolrabi is een tamelijk veelzijdige groente, die je op een aantal verschillende manieren kunt bereiden. Je kunt het koken, er soep van maken, het in de oven klaarmaken, bakken, roerbakken, of rauw in salades verwerken.
De knol ziet er misschien dan wel stevig en robuust uit, maar het voornaamste gevaar als je koolrabi wilt bewaren is uitdroging. Je kunt verse exemplaren het beste bewaren in de koelkast, maximaal een paar dagen. Als je er een stukje vanaf hebt gesneden is het, mits goed ingepakt in folie, eveneens enkele dagen goed te houden in de koelkast.
Wil je het langer bewaren, dan kun je koolrabi invriezen. Het is dan helaas wel minder geschikt voor salades, want rauw invriezen is geen goed idee. Beter kun je het even schillen, schoonmaken en snijden, vervolgens kort blancheren (3-4 minuten is goed genoeg) en dan direct invriezen. Zo blijft het minstens zes maanden goed in de vriezer. Als je het wilt uitvriezen liever niet eerst ontdooien, maar direct in een hete pan. Zo behoud je de heerlijke knapperige structuur het beste.
Hartelijke groet uit de Veldtkeuken
Mirjam en Sanne