Te dichtbij komen.
Een armlengte afstand is de natuurlijke afstand die mensen onderling van elkaar aanhouden. Je bent dan goed in contact met elkaar, maar staat niet te dichtbij of ongemakkelijk ver weg. Binnen die armlengte afstand is je eigen, veilig zone, je eigen 'space' wordt dat wel genoemd.
Dat meet je niet de hele dag door je arm uit te strekken, maar je merkt het wel als mensen deze afstand niet toepassen. Er zijn mensen die snel tè dichtbij je staan. Dat kan best vervelend zijn. Ook bij ongevraagd helpen of ongevraagd dingen van je pakken, is die natuurlijke afstand doorbroken. Uit reflex-oogpunt zou je vermoeden dat degene die zo dichtbij komt, een niet goed geïntegreerde hands-supporting reflex zou hebben.
Teveel binnen laten komen.
Een ander effect van een niet goed geïntegreerde hands-supporting reflex is het teveel binnen laten komen of teveel over je heen laten lopen.
Voorbeeld: Je wordt gestrikt voor een klus die je eigenlijk niet wil doen, maar als je nog eens goed kijkt heb je zelf ook niet duidelijk gezegd dat je het niet wilde doen. Ander voorbeeld: Je hebt een vriend of vriendin met een probleem en je bent er zelf zo beroerd van dat het je de hele dag bezig houdt. Ongemerkt is het eigenlijk jouw probleem geworden.
Geen 'nee' kunnen zeggen, geen tegengas durven geven, niet op tijd kunnen stoppen of de ander niet op tijd kunnen stoppen, het heeft hier vaak mee te maken.
Pesten, gepest worden. Over je heen laten lopen, over anderen heen lopen. Te veel vertellen over jezelf en te open zijn over je eigen gevoelens of veel te veel emoties van anderen op je nemen. Daar kun je aan denken bij een niet lekker werkende grens. Of je daar nou deze reflex bij bedenkt of op een andere manier naar grenzen kijkt, het idee is hetzelfde.